Meer met minder
De kabinetsformatie is rond. De nieuwe minsterploeg heeft bij de Koningin op het bordes gestaan en gaat nu aan de slag. VROM en Rijkswaterstaat heten nu samen het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van EZ en LNV zijn samengevoegd. En zo lijkt het dat binnen alle geledingen van de overheid veranderingen plaatsvinden in de organisatiestructuren.
En wat betekent dit nou voor ons als inkopers?
In de eerste plaats zal de buitenwereld, de leveranciers, erg graag willen weten hoe de nieuwe organisaties er uit zien en vooral waar de beslissers zitten. Het kan ook zomaar zo zijn dat je als inkoper sinds kort een compleet nieuwe klantorganisatie hebt gekregen die iets van je verwacht. Tel daar bij op dat de komende jaren er minder inkoopbudget beschikbaar zal zijn. Al deze veranderingen betekenen nogal wat voor de overheidsinkoper de komende tijd. Want de winkel moet wel gewoon open blijven tijdens de verbouwing.
Naar mijn mening is dit ook het moment om de inkoop binnen de overheid opnieuw tegen het licht te houden in relatie tot de nieuwe organisatie of de aankomende bezuinigingen. Kan inkoop een actieve bijdrage leveren aan deze verandering? Juist inkoop is een flexibel organisatieonderdeel die veranderingen in de markt op de voet volgt. Maar hoe kijkt inkoop naar haar eigen organisatie? Die is niet status quo maar misschien op dit moment wel dynamischer dan de buitenwereld.
De komende periode zal blijken of de overheidsinkopers in staat zijn om ‘meer met minder’ te doen. En in mijn beleving niet door meer korting te bedingen. Juist door nog meer de samenwerking met de interne organisatie op te zoeken en gezamenlijk te bepalen hoe de beschikbare middelen op een zo’n optimale manier besteed kunnen worden.
Daar zit wat mij betreft een van de grootste uitdagingen voor de overheidsinkoper de komende vier jaar.