Specialiteit du chef

Inkoop is naar mijn mening een specialiteit binnen organisaties waarbij gedreven inkoopspecialisten tot het beste resultaat willen komen.

Waar ontleent een speciaalzaak zijn bestaansrecht aan? Opdrachtgevers komen er omdat ze weten dat ze daar bijzondere kennis of vaardigheden vinden waar ze naar op zoek zijn. Blijkbaar is men bereid te betalen voor deze kennis anders heeft ook een speciaalzaak geen bestaansrecht.

En datzelfde geldt voor inkoop.

Al enige tijd signaleer ik als consultant in mijn opdrachten voor de rijksoverheid een tendens naar schaalvergroting. Voortvloeiend uit de huidige en aankomende bezuinigingen zie je de tendens ontstaan om te clusteren en te centraliseren. Ook inkoop ontkomt hier niet aan.

De vraag die ik me daarbij stel is: ‘is schaalvergroting een postitieve ontwikkeling voor inkoop’? Ik ben van mening van niet.

Ik vraag me af: ‘hoe gaat de klant dit ervaren’?

Wordt de klant een nummer bij het loket? Wie krijgt hij tegenover zich en is dit de juiste gesprekspartner? Wat betekent dit voor doorlooptijden en procedures?

Ook is er de afgelopen jaren door bijvoorbeeld PIANOo veel geïnvesteerd in kennisuitwisseling en inkoopsamenwerking binnen de overheid. Om de genoemde investeringen in de inkooporganisaties niet teniet te doen en juist de eindklant centraal te stellen, waarom dan geen centrale aansturing van de decentrale inkoop speciaalzaken?

Als het de wens is van de departementsleiding in de taakstelling om inkoop te centraliseren dan kan dat prima bij de afdeling van de Coördinerend Directeur Inkoop (CDI). Uitgaande van de bewezen staat van dienst van de decentrale inkoopafdeling kan deze blijven waar ze zou moeten zijn. Dicht bij haar klantorganisatie.

Hierdoor ontstaan in ieder geval drie voordelen. Een, de CDI kan haar rol binnen de departementen verder ontwikkelen. Als centraal aanspreekpunt met de input van de decentrale afdelingen ontstaat er inzicht in de trends en behoeften van de totale organisatie. Hierdoor is de CDI in staat om de vraag te bundelen en aanbestedingen, al dan niet interdepartementaal, nog beter te plannen en uit te voeren. Twee, vanuit de centrale regierol kunnen afspraken gemaakt worden over standaardisatie binnen inkoop.

Het laatste en niet geheel onbelangrijke voordeel, er voorkomen wordt dat de eindklant terug (bij af) is bij een variant van het Rijksinkoopbureau.